De Slag bij Heiligerlee
het begin van de Tachtigjarige Oorlog?
Op 23 mei 1568 vond een historische veldslag plaats tussen de opstandelingen onder leiding van Lodewijk en Adolf van Nassau, de broers van Willem van Oranje, en de Spaanse troepen onder leiding van Jan van Ligne, de graaf van Arenberg. Deze slag bij Heiligerlee wordt vaak gezien als het begin van de Tachtigjarige Oorlog, de lange strijd voor de onafhankelijkheid van de Nederlanden tegen het gezag van de Spaanse koning Filips II.
Maar was deze slag wel echt het begin van de oorlog?
En wat waren de gevolgen ervan voor beide partijen? In deze blog post gaan we dieper in op deze vragen en proberen we een beter beeld te krijgen van deze belangrijke gebeurtenis in de Nederlandse geschiedenis.
Wat ging er aan de slag vooraf?
De aanleiding voor de slag bij Heiligerlee was de komst van de hertog van Alva naar de Nederlanden in 1567. Alva was door Filips II gestuurd om met harde hand de orde te herstellen na de Beeldenstorm van 1566, een golf van protestantse vernielingen aan katholieke kerken en kloosters. Alva voerde een schrikbewind uit en richtte een speciale rechtbank op, de Raad van Beroerten, die duizenden mensen veroordeelde tot de dood of verbanning. Onder hen waren ook twee vooraanstaande edelen, de graven Egmont en Horne, die eerder nog hadden geprobeerd om een vreedzame oplossing te vinden voor het conflict tussen de koning en de Nederlandse gewesten. Willem van Oranje, die al eerder naar Duitsland was gevlucht, besloot om in actie te komen tegen Alva. Hij verzamelde een leger van huurlingen en bondgenoten en plande om de Nederlanden op vier plaatsen binnen te vallen: in het zuiden, in het oosten, in het noorden en in het westen. De eerste aanval zou plaatsvinden in het noorden, waar zijn broers Lodewijk en Adolf met een leger van ongeveer 4000 man Groningen zouden proberen te veroveren. Groningen was een strategisch belangrijke stad, omdat het een toegangspoort was tot Friesland en Drenthe, waar veel protestanten woonden.
Hoe verliep de slag?
Lodewijk en Adolf trokken op 22 mei 1568 Groningen binnen, maar werden al snel opgemerkt door de Spaanse troepen die daar gelegerd waren. De volgende dag werden ze achtervolgd door een leger van ongeveer 3400 man onder leiding van Jan van Ligne, die ook stadhouder was van Groningen. Van Ligne wilde niet wachten op versterkingen en besloot om meteen aan te vallen. Hij stuitte echter op een hinderlaag die Lodewijk had opgezet bij het plaatsje Heiligerlee. Lodewijk lokte met een ruiteraanval de Spaanse troepen een drassig gebied in, waar ze vast kwamen te zitten. Vervolgens liet hij zijn infanterie omsingelen en bestoken met musketvuur. De Spanjaarden raakten in paniek en sloegen op de vlucht. Van Ligne werd gedood door een kogel in zijn borst. Ook Adolf sneuvelde tijdens de slag, toen zijn paard op hol sloeg en hij werd overmeesterd door Spaanse soldaten. De slag bij Heiligerlee was een grote overwinning voor de opstandelingen. Ze verloren slechts 50 tot 70 man, terwijl de Spanjaarden tussen de 1500 en 2500 man verloren. Het was ook een symbolische overwinning, omdat het liet zien dat Alva niet onoverwinnelijk was en dat er hoop was voor de Nederlandse vrijheid.
Wat waren de gevolgen?
De slag bij Heiligerlee had echter ook negatieve gevolgen